U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen als u een actieve
internetverbinding en een geregistreerde account bij een
serviceprovider hebt. Neem voor de juiste instellingen contact op met de
serviceprovider die de e-mailservice aanbiedt.
Ga als volgt te werk als u een postvak wilt maken:
1. Tik op
en selecteer
View Inbox
. De wizard voor het instellen van
een postvak wordt geopend.
Als u al instellingen hebt opgeslagen voor een extern postvak,
selecteert u
>
Tools
>
New account...
om een nieuw postvak
te maken.
2. In
Account setup 1/4
geeft u de volgende instellingen op:
Account name
— Geef een beschrijvende naam voor het postvak op.
C o m m u n i c e r e n v i a h e t w e b
38
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Account type
— Selecteer het e-mailprotocol dat door uw
e-mailserviceprovider wordt aangeraden. Deze instelling kan slechts
eenmalig worden geselecteerd en kan niet worden gewijzigd nadat u
de instellingen voor het postvak hebt opgeslagen of de wizard hebt
afgesloten. Tik op
Next
.
3. In
Account setup 2/4
geeft u de volgende instellingen op:
Name
— Geef uw naam op. Dit is de naam die wordt weergegeven als
afzender van de berichten die u verzendt.
User name
— Geef de gebruikersnaam op die uw
e-mailserviceprovider u heeft gegeven. De gebruikersnaam is nodig
wanneer u zich bij uw postvak aanmeldt.
Password
— Geef uw wachtwoord op. Het wachtwoord is nodig
wanneer u zich bij uw postvak aanmeldt. Als u dit veld leeg laat,
wordt u naar een wachtwoord gevraagd als u verbinding probeert te
maken met uw postvak op de e-mailserver.
E-mail address
— Geef het e-mailadres op dat uw
e-mailserviceprovider u heeft gegeven. In het adres moet het teken
@ zijn opgenomen. Antwoorden op uw berichten worden naar dit
adres gezonden. Tik op
Next
.
4.
Account setup 3/4
— Geef de volgende instellingen op:
Incoming server — Geef de hostnaam of het IP-adres van de POP3- of
IMAP4-server op waarop uw e-mailberichten worden ontvangen.
Outgoing server (SMTP)
— Geef de hostnaam of het IP-adres van de
POP3- of IMAP4-server op waarvandaan uw e-mailberichten worden
verzonden. Tik op
Next
.
Voor het verzenden van e-mailberichten worden SMTP-servers
(Simple Mail Transfer Protocol) gebruikt. Als u e-mailberichten wilt
verzenden, dient u de SMTP-hostnaam of het IP-adres op te geven. U
krijgt deze van de serviceprovider waarvan u de verbinding gebruikt.
Use connection-specific SMTP servers:
— Selecteer deze optie als u
verbindingsspecifieke SMTP-servers wilt gebruiken voor het
verzenden van e-mailberichten.
C o m m u n i c e r e n v i a h e t w e b
39
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Tip: De SMTP-hostnaam of het IP-adres is mogelijk anders
dan de hostnaam of het IP-adres van de server voor
binnenkomende e-mailberichten (POP3 of IMAP4). Als u
e-mail via de serviceprovider van een mobiele-
telefoonnetwerk ontvangt of verzendt, dient u mogelijk de
SMTP-server van het mobiele netwerk te gebruiken. U dient
dus net zo veel postvakken te configureren als het aantal
netwerken waarvan u gebruikmaakt, waarbij elk postvak een
eigen SMTP-hostnaam of IP-adres heeft.
5. In
Account setup 4/4
tikt u op
Finish
om het instellen van de
postvakken te voltooien of op
Advanced
om optionele
e-mailinstellingen op te geven.